De Kerstmis van 1905 in Vigala is geen vredige feestdag. Het landhuis is zojuist geplunderd tijdens de boerenopstand; de lucht is vol rook van vuur en er is het voorgevoel van onvermijdelijke straf. Bernhard Laipmann is een pachtboer wiens vrouw hem vraagt het huis te verlaten, omdat haar man steeds de aandacht van de autoriteiten trekt. Omdat hij twijfels heeft over zijn vertrek, wordt Laipmann geïnspireerd door het streven naar vrijheid en gelijkheid en gealarmeerd door het geweld van de revolutie.